The Willful Child | Brothers Grimm Fairy Tale

Laat me dit verhaal zo gestructureerd mogelijk proberen te vertellen. Een mythe, een bezoek aan de tandarts, een droom.

De mythe is te vinden in het boek Living a Feminist Life van Sara Ahmed, en gaat als volgt: er was eens een eigenzinnig meisje dat nooit naar haar moeder luisterde. God ergerde zich aan het opstandige meisje en maakte haar ziek. Geen enkele dokter kon haar genezen, dus eindigde ze al snel op haar sterfbed. Toen ze werd begraven kwam haar arm plots tevoorschijn vanuit de grond. Er werd nog meer aarde over haar geschept, maar haar arm bleef maar naar boven reiken. Uiteindelijk ging de moeder naar het graf, en sloeg met een staaf op haar arm. Op dat moment bleef de arm liggen, en het meisje rustte onder de grond.

Het verhaal is een ode aan de ongehoorzaamheid. Iemand die iets doordrijft. Zelfs na de dood zit er een kracht in ons, een koppigheid. Iets dat niet loslaat. Een verzet.

Overgang naar de tandarts. De mythe heeft op het eerste gezicht niets te maken met het tandartsbezoek, maar leidt naar de droom.

Mijn tandarts klaagt weer over een teveel aan tandsteen. Ik spoel mijn mond gedurende dertig seconden met ontsmettingsmiddel. Ze zegt beteuterd dat mijn mond te klein is, mijn tanden en tong te groot. Ze krijgt mijn gebit niet schoon. Miljoenen bacteriën zwemmen in het rond. Tandvlees dat permanent ontstoken is. Als ik niet oppas zullen binnenkort al mijn tanden uitvallen.

Ik zeg dat ik meer geduld en toewijding van mijn tandarts verwacht, en dat ik het niet apprecieer dat ze me opzadelt met een minderwaardigheidscomplex over mijn mondhygiëne.

Een paar dagen later komt de droom. Ik droom dat een tand loszit. De voorspelling klopt. Al mijn tanden zullen uitvallen. Ik zit weer op de tandartsstoel. De tandarts probeert de tand te trekken met een tang, een koord en een boor. Ik krijs, ze slaat me knock-out met een staaf. Wat ze ook doet, de tand geraakt er niet uit. Ze blijft er maar aan sleuren, leunt naar achteren, zet haar hele gewicht in, roept uit onmacht. De tand komt niet los.

Uit de droom ontstaat de mythe, al eeuwenlang. Iets in mij is niet los te krijgen. In mijn dromen word ik aangemoedigd om vastberaden te zijn, rebels, mijn ware aard te volgen.

Dromen vragen ons om onze wereldorde te verstoren, als we durven. Ze vertellen hoe we kunnen leven. Dromen die ons tekens geven.

Zou het in ieder van ons schuilen? Zit het in jou? Een drang om te ontregelen. Het meest intieme in ons. In ons hart, in ons geslacht, in onze teen. Wild. Het oncontroleerbare, dat is de zin. De arm, de tand, iets onwrikbaars. Iets wat maar blijft bewegen. Iets wat niet loslaat.

Ik word wakker, spoel mijn mond met een rood antibacterieel spoelmiddel, en spuw alles weer uit.