Self-Portrait in the Garden at Night IV by Chantal Joffe on artnet

Self-portrait in the garden at night van Chantal Joffe

Mijn gedachten zijn al enkele dagen bij de vrouw die vier maanden cel krijgt omdat ze haar zoon, die op dat moment twaalf jaar was, een klap gaf. Een moeder die er alleen voor stond in de opvoeding en net uit een burn-out kwam, verloor haar zelfbeheersing tijdens een discussie over het huiswerk. Een buurman hoorde de ruzie, verwittigde de politie. De vrouw werd verhoord en gaf toe dat ze haar zoon een pedagogische tik gaf.

Ik heb als kind ook wel eens een pedagogische tik gekregen, alleen heette dat toen niet zo. Een klap, een mot, een klets. Voor zover ik weet heb ik daar geen trauma’s aan overgehouden. Ik ben blij dat ik niet opgevoed ben door robots, maar door mensen van vlees en bloed die af en toe door het lint gingen. Maar dat doet nu niet ter zake, het gaat om de moeder, de zoon, de buurman.

De buurman die geschreeuw hoort en de politie belt. De buurman kon toch ook aanbellen en vragen: “Alles oké hier? Hebben jullie hulp nodig?” Hij kon de moeder meenemen naar de badkamer, hij kon een bad laten vollopen met revitaliserende rozemarijnolie. Hij kon haar vasthouden. Hij kon de jongen mee naar buiten nemen, in het gras liggen, op adem komen. “Hoe gaat het, jongen?” Maar nee, hij verwittigt de politie. Vanaf dat moment loopt natuurlijk alles mis. Er komt een verhoor. De moeder krijgt geen bad met rozemarijnolie, maar een kalmeringspil. De zoon ligt niet in het gras met zijn buurman, maar wordt overgeplaatst naar god weet waar.

Dan is er de politieman die de buurman vervangt en orde in de chaos probeert te scheppen. De moeder legt uit waarom ze haar zoon een klap gaf. Ze heeft het over vlinders die in haar schedel vliegen, hoe ze sinds haar burn-out soms zwarte vlekken ziet en haar evenwicht verliest. Ze heeft geen grip meer op de dingen, verliest haar geduld. Het zweet op haar voorhoofd glinstert onder de felle tl-lamp in het kantoor. De politieman zou een washandje op haar hoofd kunnen leggen, eventueel een voetbad met bubbels aanbieden. De politieman zou iemand kunnen bellen; een therapeut, een masseur, een agressiecoach. Hij raadt haar aan om een advocaat te nemen.

Het verdict: vier maanden gevangenisstraf en een boete van vierhonderd euro. De rechter zegt: “De feiten hebben een zekere ernst en brengen een disfunctie in de moeder-­zoonrelatie aan het licht.”

Hij spreekt ‘disfunctie’ uit alsof het een vreemd soort ongedierte is. Kakkerlakken met een groene gloed die zo snel mogelijk bestreden moeten worden.

Hij kon ook zeggen: “Laten we eens kijken waarom een moeder zich zo machteloos voelt. Wat heeft een vrouw nodig zodat ze de energie heeft om haar zoon te omhelzen?”

Op de dag van het vonnis leest de buurman de krant. Het is weer stil in de buurt, de stilte waar hij zo naar verlangt. Het is niet zijn fout dat de vrouw binnenkort in de gevangenis zit en haar zoon in een gesloten instelling. En toch tuurt hij naar het nieuwsbericht en denkt, wat als ik een bad had laten vollopen, wat als ik de vrouw had vastgehouden, wat als ik met de jongen in het gras was gaan liggen.

Bij die gedachte krijst hij het uit.

Deze columns verscheen op 25/3/23 in De Morgen