IMG_4717.jpg

Ergens in de stad ligt een boek dat ons met elkaar verbindt. Tijdens een wandeling stap ik de winterkapel binnen. Er zit een man van rond de vijftig. Hij draagt twee jassen over elkaar en een muts waar Mickey Mouse op staat.

Er staan plastic bloemen, bijbels en kaarsen aan het altaar. Voor een euro kun je hier een rode kaars branden, voor een halve euro een gele. Naast het beeld van Maria ligt het gastenboek.

Ik sla het open en ga ervan uit dat de man me niet zal onderbreken terwijl ik schaamteloos foto’s neem van het boek. Hij zit hier gewoon omdat het buiten koud is. Hij is hier niet om de maatregelen te controleren.

In verschillende handschriften en talen spreken mensen tot God of een andere kracht die hen kan helpen. Lea M. schrijft in agressieve drukletters: ‘A.u.b. heren politici, geef ons gelovigen een eredienst in de kerk met Kerstmis.’ Pierre V. in een elegant handschrift: ‘Merci de me donner la force un jour après l’autre.’ Een puber schrijft: ‘Heilige God, ik ben vijftien en ik weet soms niet hoe mijn gevoelens aanvoelen.’

De man is nog steeds aan het bellen. Hij spreekt Roemeens of Bulgaars, ik weet het niet zeker. Aan de andere kant van de lijn hoor ik een vrouw wild en hulpeloos tieren. De man mompelt.

Ik lees teksten in het Duits, Italiaans en Portugees. Sommige talen ken ik niet, sommige schriften kan ik niet ontcijferen. ‘Astvak dzez parapan txera duxon.’

Ali S. schrijft: ‘Beste God, hopelijk gaat corona weg. De hele wereld moet weer normaal worden. Wij hopen!’ Ik lees een bericht in een klungelig kinderlijk handschrift: ‘Jezus ik wil dat mijn vader een werk krijgt en mijn broer een goede rapport en ik ook.’

Iemand die zich kenbaar maakt als de weduwe van Leo V.: ‘Dit is mijn lofzang: Geef haar vleugels van de arend. Laar haar niet vallen, bescherm haar voor het beest en de draak.’

Ik ontdek dat Lea M. meerdere boodschappen achterlaat. De drukletters worden woester: ‘A.u.b. beste politici, coronomaatregelen oké, maar neem ons a.u.b. onze eredienst met Kerstmis niet af.’

Iemand vraagt: ‘Genees a.u.b. mijn aambeien.’

Iemand wenst Lea sterkte. Iemand tekent drie hartjes.

Rosalie V.D.P.: ‘Ik ben dankbaar voor deze dag, voor de rust, voor de liefde. Het is goed zo. Steun aan iedereen die het nodig heeft.’ Lea M. nog een laatste keer: ‘Eerste minister + virologen, bedankt om onze Kerstmis af te pakken. Jullie moesten je schamen.’ En Jeanne V.: ‘Hopelijk vergeeft mijn man me mijn lelijke woorden waar ik veel spijt van heb en die ik niet meende.’

Ondertussen heeft de man opgehangen. Het is nu stil in de winterkapel. Hij lacht naar me. Hij brandt een rode kaars, ik een gele. Ik had maar een halve euro.

Deze column verscheen op 20/12/20 in De Morgen